Eerste Borrel

Twee dagen nadat het dispuut der disputen was teruggekeerd uit het gehandicapte broertje van Athene Thessaloniki, stond de eerste borrel op de planning voor de Helden. Met de ouzo nog vers achter de kiezen stond er weer een avond op de planning die regelrecht tegen de principes van Snof ‘appelsap is ook best lekker’ Molotov in zou gaan. Van tevoren was gelukkig alles – los van een begroting die zes weken eerder af had moeten zijn – geregeld, dus de rest van het dispuut kon met een gerust hart toeleven naar de borrel. De enige voor wie dat niet gold was Asstressor Heuj. Hoewel hij dagenlang kon genieten van een reis die zelfs Jort Kelder  ‘’bijzonder decadent’’ zou noemen, wond hij zich op de dag van de borrel nog steeds op over de ellenlange discussies met de gele muur over zeemeerminvlaggetjes en broodjes knak. Nadat met de borrelcom van Conserva ook die discussies uiteindelijk waren beslecht tijdens het aankleden van de KB, kon uiteindelijk iedereen met een goed gevoel toeleven naar het begin voor de borrel.

Quen kon in zijn eerste weken als Prins Carnaval de vereniging nog niet naar zijn hand zetten, waardoor de Helden waren uitgeloot om de borrel te mogen beginnen in het café. Slagzahn bleek gelukkig weer een fijn toevluchtsoord om wat speciaalbakken te proeven. De bakken bevielen zó goed dat iedereen besloot om er langzaam van te genieten. Gevolg was echter wel dat Frommel en Krik de helft van het bier moesten wegspoelen, want Kees stond al enige tijd bij het Piusplein te wachten. Een eerste borrel zonder huifkar is tegenwoordig net zo normaal geworden als dat Donar vieze trucjes uithaalt in de introperiode, dus voor de genodigden was de rit an sich niks nieuws. Wat wél nieuw voor hen was, waren de inspirerende nummers over tripjes naar Brussel en boertjes in het ziekenhuis. Nadat de tocht klaar was en de inwoners van Groningen al op het punt stonden om op de tractor naar Den Haag te stappen vanwege aardbevingsgevaar, stond boertje Krik ook op het punt om naar het ziekenhuis afgevoerd te worden vanwege overmatig rietbakgebruik.

Gelukkig werd de borrel rustig voortgezet in het walhalla der keukens. Daar kregen de genodigden de kans om hun mannetje te staan voor de Helden. Voordat zij het woord mochten nemen, nam Zizoef het woord om het goede voorbeeld te geven door ladderzat wat woordjes te brabbelen een mooi verhaal te vertellen over het karakter van het dispuut der disputen. Daarna was het de beurt aan de eerstejaars. Hierbij viel op dat er vaker werd gesproken over meisjes in rolstoelen dan over avonturen in Lloret. Nadat de genodigden opgelucht waren dat het tribunaal erop zat, konden ze meteen een wit shirt aantrekken.

Dat witte shirt kwam namelijk goed van pas voor de neon-blacklight-borrel met de tafelfrietfanaten. De sfeer zat er vanaf het begin al goed in en na een paar minuten was er al weinig wits meer te zien in de borrelruimte. Floyd raakte al wel snel opgewonden door een opgewonden Moes, maar dat bleek voor de sfeer in de borrelruimte gelukkig loos alarm. Er werd tot laat geborreld, waarna Zizoef tot ontsteltenis van Etta de borrel op het schappelijke tijdstip van half zes afkapte. De dag erna kwamen de Helden erachter dat het boertje nog een onverwachts succesje had geboekt, waarna er al helemaal met een tevreden gevoel werd teruggeblikt op de avond.

‘’Toen heb ik haar in het water geduwd’’